Stel je een wereld voor waarin je continu op scherp moet staan, omdat de manier waarop je denkt, voelt of je uit, net buiten de lijntjes valt. Voor velen met mij is dit geen fictie, maar dagelijkse realiteit. ‘We’ wijken vaak af van de sociale “norm”, en dat wordt zelden opgemerkt. Niet door collega’s, niet door managers en zelfs geen hulpverleners of coaches.
Maskeren om mee te draaien
Veel neurodivergenten leren al vroeg dat hun natuurlijke gedrag, zoals eerlijkheid, directheid, prikkelgevoeligheid of moeite met sociale regels, negatieve reacties oproept. En dus gaan ze maskeren: sociaal gedrag aanleren en kopiëren, emoties onderdrukken, scripts in hun hoofd oefenen voor gesprekken. Alles om niet op te vallen. Alles om “normaal” over te komen. Vaak lukt dat zó goed dat anderen niets doorhebben. Dan treedt het halo-effect op: omdat iemand er zelfverzekerd, intelligent of sociaal uitziet, gaat de buitenwereld ervan uit dat alles goed gaat. Soms wordt je zelfs als arrogant of verheven beschouwd. Maar achter dat masker schuilt vaak uitputting, overprikkeling en verwarring. En niemand ziet het.
Dat neppe succes komt met een prijs: “Als ik het blijkbaar zo goed kan verbergen, heb ik dan wel echt ADHD of ben ik gewoon aan het overdrijven?”
Het imposter syndrome ligt op de loer: een diepgeworteld gevoel van onechtheid, alsof je een rol speelt in je eigen leven.
Door de mand vallen
En dan is er de andere kant. Soms lukt maskeren niet. Je zegt iets “ongepast”, reageert anders dan verwacht, of kunt even niet meedoen aan het sociale toneel. Dan slaat het horn-effect toe: één opvallend gedrag wordt ineens het enige dat mensen nog zien.
“Hij is afstandelijk, onverwacht bot, luistert niet naar wat wij zeggen en is veel te intens”. Van mens word je stereotype. Je mag ineens alles uitleggen, verdedigen of corrigeren, zelfs als je gewoon jezelf was.
Er is geen winst. Alleen verlies.
Voor veel neurodivergenten voelt het alsof er geen goede uitweg is. Maskeren lukt? Dan geloven mensen je worsteling niet, en je gaat aan jezelf twijfelen. Maskeren lukt niet? Dan word je buitengesloten, verkeerd begrepen of niet serieus genomen.
Het verlies zit niet alleen in de buitenwereld. Het zit in het zelfbeeld, in het gevoel van falen, van niet “goed genoeg” zijn als jezelf bent, zelfs als je alles goed doet.
Wat als we anders gaan kijken?
Wat als we beseffen dat afwijkend gedrag niet per definitie minderwaardig gedrag is? Dat anders zijn geen tekortkoming is, maar een variatie in mens-zijn? En wat als we leren dat de mate waarin iemand “past” in een systeem, vaak meer zegt over het systeem dan over de persoon? Pas als we dat begrijpen, kunnen we de onzichtbare belasting van maskeren erkennen. Pas dan kunnen we neurodivergenten de ruimte geven om op hun eigen manier authentiek én veilig te zijn.
Pas als je echt gezien wordt, kun je stoppen met overleven en beginnen met leven. Ook op de werkvloer!
toelichting:
Halo-effect
Dit is een positieve denkfout. Als iemand één positieve eigenschap heeft (zoals aantrekkelijk zijn, vriendelijk overkomen of slim lijken), dan denken we vaak automatisch dat die persoon ook op andere vlakken goed is.
Voorbeeld:
Je collega is altijd netjes gekleed en vriendelijk. Daardoor denk je ook dat hij vast heel competent en betrouwbaar is, zelfs al heb je dat niet echt kunnen beoordelen.
Horn-effect
Dit is het tegenovergestelde: een negatieve denkfout. Als iemand één negatieve eigenschap heeft (zoals nors zijn of een rommelig uiterlijk), dan nemen we onbewust aan dat die persoon ook op andere vlakken minder goed is.
Voorbeeld:
Een sollicitant komt binnen met slordige kleding en zegt weinig. Je denkt daardoor misschien dat hij niet geschikt is voor de functie, ook al weet je niets van zijn capaciteiten.
Geef een reactie